Op dinsdag 1 juni organiseerde Connekt een Drone Community Event voor haar leden. Centraal stond de vraag welke invloed het vliegen met drones zal hebben op de infrastructuur.

Irene Luque Martin, van het internationale architectenbureau MVRDV, kwam als eerste aan het woord. Als architecten benaderen zij Urban Air Mobility (UAM) vanuit het ontwerp van de stad. Bij het ontwerpen van steden is nu alleen oog voor wat er op de grond gebeurt. Er is geen aandacht voor het luchtruim, dit is een blinde spot.

Bij het kiezen van een geschikte locatie voor een vertiport, gaat het niet alleen om het landen en opstijgen van drones. Vertiports vragen veel als het gaat om energie en toegankelijkheid. Hier moet dus zeker ook aandacht voor zijn.

Volgens Irene moeten drones (voor personenvervoer) gezien worden als complementair aan de huidige (MaaS-)vervoersmiddelen. Zij acht het onwaarschijnlijk dat drones geaccepteerd worden als massatransportmiddel boven de stad.

Daarna was het woord aan Henk Hesselink van NLR. In zijn presentatie ging hij niet alleen uit van personenvervoer per drone, maar sprak hij ook over de inzet van drones bij bijvoorbeeld pakketbezorging. Het gaat hier om kleinere drones die af en aan zullen vliegen tussen grote distributiecentra aan de rand van steden en de bezorgadressen. Bewoners van steden zullen te maken krijgen met veel meer drones die overvliegen.

NLR heeft aandacht voor verschillende aspecten die van belang zijn bij de inzet van drones, zoals veiligheid (geautomatiseerde verkeersleiding), infrastructuur, omgeving, acceptatie en privacy. Zo hebben ze een Virtual Community Noise Simulator, waarmee ze proberen de betrokkenheid van mensen te vergroten. Zij kunnen in de simulator, waarin nu een paar gebieden in Amsterdam geïmplementeerd zijn, ervaren hoe het is als er een drone over gaat vliegen. Bijvoorbeeld hoe het geluid weerkaatst tussen gebouwen.

In Engeland en Amerika werken ze met corridors waarbij drones in een soort gangen achter elkaar aanvliegen van droneport naar droneport. Dit is iets waar NLR ook naar kijkt.

Bob Brandjes van APPM ging in op de energievraag die gaat spelen bij de inzet van drones. Je wilt een drone snel kunnen laden, zodat hij zo min mogelijk tijd op de grond hoeft door te brengen. Voor een drone voor personenvervoer betekent dit dat je rond de 600 kW moet kunnen aansluiten. Nederland kan een gidsland zijn voor UAM als het gaat om het organiseren van deze laadvermogens. De uiteindelijke schaal zal voornamelijk in het buitenland nodig zijn.

Marcel Kool, sinds kort werkzaam bij DHM, heeft stage heeft gelopen bij APPM en hierbij onderzoek gedaan naar wat er moet veranderen om UAM mogelijk te maken. Hij heeft een roadmap voor Urban Air Mobility opgesteld. Een goede stap zou zijn om tot een forum van stakeholders te komen, waarin overheid, kennisinstellingen en bedrijfsleven bij elkaar komen. UAM is een heel complex systeem van onderling afhankelijke systemen. Al die puzzelstukjes moeten samen gaan vallen om tot een succes te komen, maar het is nog niet voor ieder puzzelstukje duidelijk wie de rol op moet pakken. Het is nu bijvoorbeeld nog onduidelijk wie verantwoordelijk is (of moet worden) voor het lage luchtruim. In een later stadium zal het sociale domein erbij betrokken moeten worden: de voor- en nadelen moeten getoond worden aan de maatschappij. Met elkaar moeten we zorgen dat de voordelen van UAM groter worden en dat de lasten zoveel mogelijk worden weggenomen. Beleid en regelgeving kan hierin een rol spelen. Op dit moment werkt de wet- en regelgeving vooral beperkend voor de dronesector (niet vliegen, tenzij…). Marcel zou graag zien dat we gaan naar drone faciliterende regelgeving (wel vliegen, met de voorwaarde dat…).

Met betrekking tot de infrastructuur (voor landen en laden) adviseert Marcel UAM-projecten zo snel mogelijk mee te nemen in ruimtelijke en mobiliteitsplannen, want de plannen die je vandaag maakt, zijn waarschijnlijk de komende 10 jaar nog niet gerealiseerd. Daarom moeten we nu alvast vooruit denken: waar wil je die infrastructuur hebben, wil je die überhaupt in je stad? Inventariseer waar voldoende ruimte is, welke bestaande bebouwing geschikt is voor vertiports, waar is de mobiliteitsbehoefte etc. En neem ook het energienetwerk hierin mee. We moeten met elkaar zien te komen tot een toekomstbestendig energienetwerk dat in staat is de grote energievraag van drones te kunnen leveren, in een kort tijdsbestek, zodat de drone zoveel mogelijk in de lucht kan vliegen en zo min mogelijk tijd aan de grond staat.